Versterking van het ondernemerschap in de Middellandstraat
49 Deel 4 Het behoefteonderzoek 10. Motieven van winkelbezoekers De motieven van bezoekers aan de winkelstraten zijn voortdurend aan het veranderen. Consumenten winkelen bijvoorbeeld in toenemende mate online. Daarnaast kunnen ook de economische ontwikkelingen, zoals koopkracht per capita een rol spelen bij het meer of minder bezoeken van de winkelstraten. Wanneer minder mensen minder vaak de winkels bezoeken, kan dat een groot effect hebben op de omzet van winkeliers, met vaak als gevolg dat ze hun deuren moeten sluiten. Tussen 2006 en 2016 is de leegstand van winkelpanden in Nederland flink toegenomen, van 7,4 naar 16,6 procent. 26 Winkeliers doen hun best om de aandacht van het winkelend publiek vast te houden. Niet alleen de beperkte vernieuwing in het aanbod van de winkeliers, maar ook de sociale kaart van de woonwijk bepaalt in belangrijke mate het bezoekmotief aan een winkelstraat. Verder is de uitstraling van het winkelgebied doorslaggevend. Dat houdt in dat de winkelbezoekers het waarneembare beeld belangrijk achten. 27 Het staat vast dat een aantrekkelijke winkel en een dito winkelstraat meer bezoekers genereren. 28 Daarbij gaat het er niet alleen om hoe de openbare ruimte eruit ziet, ook de bereikbaarheid en de kwaliteit van de inrichting van de winkels spelen een grote rol. 29 Wanneer consumenten een positieve beleving hebben, beslissen zij eerder om het winkelgebied te bezoeken. Deze beslissing is soms rationeel en soms gevoelsmatig. 30 De beweegredenen om een winkel te bezoeken, komen soms voort uit hedonistische motieven, soms staan utilitaristische motieven centraal. 31 Bij het hedonistische motief hebben consumenten niet altijd een gericht koopdoel, maar staat het plezier van het winkelen voorop. Tijdens het winkelen kan er een emotionele opwinding ontstaan waardoor de consument later weer terugkomt. Consumenten genieten bij dit bezoekmotief meer van het winkelen als bezigheid, terwijl bij het utilitaristische motief de consument geniet van het kopen van de producten. Hij of zij heeft dan als doel een of meer producten te kopen op een zo efficiënt mogelijke manier tegen een zo’n laag mogelijke prijs. Bijkomende zaken die het winkelen plezierig maken, zijn bij dit motief minder belangrijk. Om een herhaalbezoek van een consument met een utilitaristisch motief te stimuleren, is het essentieel dat er vooral geen irritaties optreden tijdens het winkelen. 32 Ook omgevingsfactoren, zoals de moeilijke of gemakkelijke bereikbaarheid (lokale context), en de aan- of afwezigheid van groen in de straat (ruimtelijke context) zijn mede bepalend voor een positieve of negatieve ervaring bij het winkelen. 33 Bij de ruimtelijke context komt echter veel meer kijken dan alleen het groen in de straat. 34 De atmosfeer van een winkel begint bij de ambiance, het design en de sociale signalen in de fysieke ruimte waar het beslissingsproces van de consument een aanvang neemt, namelijk op straat. 35 Er dienen bijvoorbeeld voldoende parkeermogelijkheden en zitplaatsen te zijn, plus een verscheidenheid aan winkels. 36 Daarnaast is diversiteit in kleur, muziek en smaak noodzakelijk, zodat in alle wensen en behoeften van de mensen voorzien kan worden. 37 Winkelstraten met speeltuinen doen het goed bij ouders met
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=